Spraak: de eenvoudigste manier om een website leesvriendelijk te maken voor 2 miljoen Nederlanders

Ik heb mijn bril niet bij me, of Ik vul het thuis wel even in. Een goede kans dat u deze opmerkingen wel eens heeft gehoord. Het zijn soms uitvluchten van mensen die niet kunnen lezen en schrijven. In Nederland zijn dat er maar liefst 1,5 miljoen. Voeg aan deze laaggeletterden nog eens de 0,6 miljoen slechtzienden en 0,7 miljoen dyslectici aan toe, dan hebben we te maken met een grote groep mensen die serieus moeite heeft met het steeds belangrijker wordende informatiemedium internet.

Wordt het niet eens hoog tijd dat we de gebruiksvriendelijkheid van een website ook door hun ogen gaan zien? Ik durf de stelling aan dat een website die goed is voor laaggeletterde, dyslectische en slechtziende bezoekers een goede website is voor alle bezoekers.

Accessibility, usability en leesvriendelijkheid

Het wil nog niet vlotten met het toegankelijk maken van websites. Jaarlijks worden er van de een miljoen websites in Nederland slechts een honderdtal drempelvrij verklaard. Dat is een druppel op de gloeiende plaat.

Sinds het Besluit Kwaliteit Rijksoverheidswebsites wordt er gelukkig wel veel werk gemaakt van de toepassing van de Webrichtlijnen die speciaal voor de overheid zijn ontwikkeld. Het streven is om voor eind 2010 álle overheidsites aan de Webrichtlijnen te laten voldoen. Het toegankelijk maken van een website is gericht op implementatie van de grotendeels technische standaarden van het World Wide Web Consortium (W3C). Consistente toepassing ervan leidt er vooral toe dat blinden, slechtzienden, doven en mensen met motorische handicaps minder last hebben van de vormgeving van een site en er gemakkelijker op kunnen navigeren.

Maar dat legt ook beperkingen op aan de grafische vormgeving en de toepassing van multimedia technieken. En dat zijn nu juist de onderdelen die een site zo aantrekkelijk maken voor mensen die moeite hebben met lezen. Dyslectici en laaggeletterden hebben houvast aan een goed opgemaakte pagina, versterkt met heldere grafische elementen. Een video animatie die in 60 seconden de werking van een apparaat uitlegt is voor hen veel begrijpelijker dan een lap tekst.

De gebruiksvriendelijkheid en bruikbaarheid van een website hebben steeds meer aan belang gewonnen en talloze organisaties laten tegenwoordig hun sites op usability toetsen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Een website moet namelijk ook leesvriendelijk zijn. Nu zult u willen tegenwerpen dat leesvriendelijkheid al deel uitmaakt van de beoordeling op usability. En natuurlijk wordt daarbij gekeken naar aspecten als eenvoudig taalgebruik. Maar er wordt nog nauwelijks rekening gehouden met de leeshandicaps van meer dan twee miljoen mensen in Nederland. Zij zijn gebaat bij spraak op de website. Tekst die wordt voorgelezen, liefst met een tweekleurige meeleescursor en een vergrotingsvenster, is een ware uitkomst voor hen.

Waar staat de overheid?

Het kabinet heeft haar ICT-ambities neergelegd in de Rijksbrede ICT-agenda. Nederland moet tot de Europese top gaan behoren omdat ICT een cruciale bijdrage kan leveren aan economische groei en welzijn voor de burger. Speerpunten van het beleid zijn onder andere dat de overheid zich inzet om jong en oud voldoende te equiperen met ICT-vaardigheden en een betere benutting van ICT nastreeft om klanten beter te bedienen.

En het moet gezegd, de centrale en lokale overheden maken haast met de digitale dienstverlening. De invoering van het digitale loket, de online belastingaangifte en het DigiD zijn slechts enkele voorbeelden van wat er nog allemaal komen gaat. Er is voor ons burgers geen ontkomen meer aan. Internet speelt daarbij een hoofdrol. Onderzoek wijst uit dat de overheid 44% van de bevolking nog niet via elektronische weg bereikt en dat dit ook nog geldt voor 29% van de internet gebruikers. De jaarlijkse Overheid. nl monitor laat zien dat de websites van gemeentes voor toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid gemiddeld niet hoger scoren dan 48% en 62%. Er is dus flink ruimte voor verbetering. Slechts enkele overheidsorganisaties hebben hun website uitgerust met een spraakapplicatie voor de grote groep dyslectici, laaggeletterden en slechtzienden. Nederlandse instellingen en bedrijven lopen op dit punt flink achter op Engeland, waar al 1.700 websites spraak hebben.

Waarom in de zorgsector?

ICT helpt om zorg beter, veiliger en toegankelijker te maken. Het nieuwe zorgstelsel is geënt op het uitgangspunt dat marktwerking bijdraagt aan meer kwaliteit en beheersbare kosten. Marktwerking staat of valt bij voldoende concurrentie aan de vraag- en aanbodzijde.

Patiënten worden door de overheid gestimuleerd om keuzes te maken. Maar om te kunnen kiezen moet je goed geïnformeerd zijn. Na sekssites worden gezondheidssites het meeste bezocht. De behoefte aan gezondheidsinformatie is enorm. De webportal kiesbeter.nl moet daaraan deels tegemoet komen. Maar ook hier geldt dat zorginstellingen en zorgverzekeraars zich nog weinig gelegen laten liggen aan de toegankelijkheid en leesvriendelijkheid van websites. Van de medio juni 2007 geregistreerde drempelvrije sites in Nederland was er slechts één van een ziekenhuis (ZorgSaam in Zeeuws Vlaanderen). Onlangs waarschuwde het Nationaal Gezondheidsinstituut:

Alle patiënten hebben recht op informatie en moeten als volwaardige partner kunnen meebeslissen over hun behandeling. Dat is in Nederland wettelijk geregeld. Hulpverleners realiseren zich onvoldoende dat een op de negen patiënten laaggeletterd is en dus de vaardigheid mist om gezondheidsinformatie te vinden, te begrijpen en te gebruiken. Dus lopen die patiënten aantoonbaar meer risico, maken meer kosten en hebben meer kans op een slechte gezondheid.

Het besef dat toegankelijkheid en leesvriendelijkheid van websites, bijvoorbeeld in de vorm van een leeshulp met spraak, voor de meer dan 2 miljoen Nederlanders met een leeshandicap welhaast een must is, is nog niet doorgedrongen in de zorgsector.

Is het relevant voor het bedrijfsleven?

De website is voor veel bedrijven een belangrijke, zo niet hun belangrijkste etalage. Kijkers komen 24 uur per dag, 7 dagen per week langs. Er worden enorme bedragen uitgegeven om van kijkers kopers te maken. Vindbaarheid, vormgeving en inhoud van websites zijn immers bepalend voor commercieel succes.

Uit onderzoek blijkt dat slechtzienden en laaggeletterden met spraak op de website meer pagina’s bekijken en de tekst beter begrijpen en onthouden. Ook blijkt dat het imago van een organisatie die spraak op haar website heeft, gunstig wordt beïnvloed.

Mensen met een leeshandicap geven verder aan minder vaak telefonisch een beroep op de organisatie achter de website te hoeven doen. Zo valt er dus met een leesvriendelijke website ook nog efficiencywinst te behalen.

Er gaapt een enorme kloof, een kloof die steeds groter wordt

Betere dienstverlening, veiliger zorg, beter kiezen, grotere participatie aan de kennissamenleving. Dit zijn zomaar enkele ambities opgetekend uit beleidsnota’s van overheids- en zorginstellingen. ICT zal een zeer belangrijke rol spelen bij de verwezenlijking van een deel van die ambities. Maar als we niet oppassen, zal de toenemende digitale afhankelijkheid van de burger leiden tot het afhaken van een grote groep mensen die door hun leeshandicap niet bij de relevante informatie kunnen komen. Meer dan twee miljoen mensen die slechtziendheid zijn of kampen met laaggeletterdheid of dyslexie, kunnen met een voorleeshulp op een website geholpen zijn.

Dat zijn een op de zes volwassenen voor wie ‘Betere dienstverlening, veiliger zorg, beter kiezen, grotere participatie aan de kennissamenleving’, geen abstracte kreten hoeven te blijven. Met spraakapplicaties als Readspeaker en het recent in Nederland geïntroduceerde, meer geavanceerde product BrowseAloud, kan snel en gemakkelijk in een enorme behoefte aan leesvriendelijker websites worden voorzien. En een website die goed is voor haar laaggeletterde, dyslectische en slechtziende bezoekers is een goede website voor al haar bezoekers.

Be Sociable, Share!