Jaarlijks stelt het World Economic Forum de Networked Readiness Index (NRI) samen. Dit is een rangorde van landen met de grootste technologische vooruitgang. Er wordt dan gekeken naar ICT-infrastructuur, algemene kennis en vaardigheden en gebruik van ICT-toepassingen.
De top tien wordt gedomineerd door West-Europese landen. Denemarken en Zweden staan aan kop en Noorwegen is de hekkensluiter. Nederland staat op nummer zes, net een plaatsje boven de VS, die op nummer zeven staat. Nummer drie, Singapore, is samen met de VS het enige niet-Europese land.
- Top tien NRI 2006–2007
- Denemarken;
- Zweden;
- Singapore;
- Finland;
- Zwitserland;
- Nederland;
- Verenigde Staten;
- IJsland;
- Verenigd Koninkrijk;
- Noorwegen.
De ICT-randvoorwaarden zijn in West-Europa dus goed op orde. Waarom zijn er dan zo weinig internetdoorbraken uit Europa afkomstig? Als we kijken naar de top tien van meest bezochte websites door Nederlanders, dan zien we dat deze vooral gedomineerd wordt door Amerikaanse giganten als Google, Microsoft, Yahoo, Wikipedia en YouTube. Pas op nummer zes komen we de eerste Nederlandse website tegen: Hyves.nl. De volgende twee Nederlandse websites staan op respectievelijk plaats negen en tien. Dit zijn Marktplaats.nl en NU.nl.
Bij de andere Europese landen van de NRI is dit niet veel anders en zien we een vergelijkbaar beeld. Second Life, Firefox, Amazon.com, LinkedIn, Flickr, MySpace, het zijn allemaal Amerikaanse innovaties. Is het louter toeval of bestaat er een logische verklaring?
Laat ik eens kijken naar de inwonersaantallen. Hieruit blijkt dat de VS ongeveer drie keer zoveel inwoners heeft als alle andere Europese landen van de top tien samen. Omdat er meer inwoners zijn, zullen er ook meer internetinitiatieven worden ontplooid en hoe meer initiatieven er worden ontplooid, des te groter de kans dat iets doorbreekt. Dit is ongetwijfeld van invloed maar voor mij onvoldoende verklaring voor de hegemonie van de VS.
Je kunt ook kijken naar de ontstaansgeschiedenis van de succesverhalen. Veel van deze initiatieven zijn begonnen voor de millenniumwisseling. Als we naar de NRI-index van deze periode kijken, dan zien we dat de VS jarenlang op nummer één stond. Dat zou een verklaring kunnen zijn. In 1999 bezat Nederland echter wel al de negende plaats en de Scandinavische landen deden het ook al bovengemiddeld goed. Dat verklaart dus ook onvoldoende waarom een YouTube niet Zweeds is.
Heeft het dan te maken met het ondernemersklimaat? Volgens het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (EIM) zijn er grote verschillen: Opvallend is dat het starten van een eigen bedrijf in Amerika zo gewoon wordt gevonden. Onderwijs, cultuur, kapitaalmarkt en andere instituties vormen er een ‘virtuous circle’.
In Finland doen ze iets soortgelijks, het Finse model, heet het daar. Onderzoek, ontwikkeling en opleidingen streven allemaal naar technologische innovaties en er is een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven. Wellicht een verklaring voor het succes van Nokia?
Met alleen randvoorwaarden heb je echter nog geen succes. Om te slagen op de mondiale markt moet je uitvoering perfect zijn. Op het internet heeft de consument de macht. Je website moet dus naadloos aansluiten bij de behoeften en wensen van je klanten. Klantgerichtheid is een trucje dat ze in de VS erg goed beheersen. De vanzelfsprekendheid waarmee methoden van user-centered design worden toegepast, geeft de Amerikanen een grote voorsprong. In Nederland moet je nog uitleggen dat je eerst persona wilt maken. In de VS daarentegen moet je uitleggen dat je géén persona gaat maken.
Deze continue focus op de eindgebruiker maakt een wereld van verschil. En dát is, denk ik, een van de belangrijkste verklaringen van de hegemonie van Amerikaanse websites.
Nog geen reacties op "De hegemonie van de Amerikanen!"
Stefan,
Sterker nog als je hier personas (ik noem het gebruikersprofielen) wil gebruiken, dan moet je eerst uitleggen wat het is.
Meestal is de eerste reactie : ‘neen, daar doen we niet aan mee’ 🙂
En soms is dat de 2de reactie ook. :))
Ik bedoel maar…
Op sommige vlakken zijn wij hier in Europa gewoon ‘achterlijk’ en ondertussen zeuren de Europese overheden wel waarom US bedrijven en instellingen zo dominant zijn op het internet…
Ik heb ooit eens een redesign gedaan van één scherm voor een vrij groot bedrijf.
Echt meetbare kosten besparing: 50.000€ per jaar. ELK JAAR!
Design kost: ongeveer 2.500€
Maar in het volgend project ‘vergat’ men weer usability experts mee aan boord te nemen… 🙂
@Edwin,
Thnx voor je toevoeging. Soms valt mijn mond open van verbazing nu ook weer. En enorm goede investering volgens mij en dan nog niet overtuigd zijn. Op een gegeven moment houdt het gewoon op.
Ik denk wel dat usability meer en meer een randvoowaarde gaat worden voor succes en op een gegeven moment men wel moet. Wat dat betreft is de toekomst voor usability experst rooskleurig.
Soms echter ook frustrerend, je ziet zoveel verbetermogelijkheden en kansen maar bent in praktijk vooral bezig met mensen overtuigen en het overdragen van kennis en inzicht.
Heeft iemand best practices voor overtuigen/duidelijk maken van het belang van usability. Cijfers helpen voor een bepaalde groep mensen denk ik. Een grote groep mensen heeft echter ook behoefte aan voorbeelden verhalen.
Ik heb een [url=http://www.flickr.com/groups/usabilityweb/]flickr group usabilityweb[/url] aangemaakt waar ik voorbeelden verzamel van websites met goede of slechte usability. Ik gebruik dit vaak in presentaties en moet zeggen dat dit altijd wel goed land.
@Stefan:
Misschien wat offtopic maargoed, ben even nieuwsgierig; wat vind je van de “toepassing” van usability binnen de nieuwe web 2.0 hype. Ik kom soms foeilelijke sites tegen, die wel werken en doen wat je wil. Soms ook sites die er ongelooflijk gelikt uitzien, maar totaal nutteloos en níet werkbaar.
Even benieuwd naar jouw visie hier op 🙂
@Ewout,
Van een journalist kreeg ik onlangs dezelfde vraag. Hij heeft mijn antwoorden verwerkt in een artikel.
Lees [url=http://www2.internl.net/nieuws/nieuwsbrief/archief/2007/05/2.it]Glossy Web 2.0-sites zijn onbruikbaar[/url]
Gr.Stefan
Plaats je reactie
Velden met een * zijn verplicht in te vullen