Software zit vaak slecht in elkaar omdat programmeurs primair bezig zijn met de controle over wat er op de computer gebeurt en niet met de bruikbaarheid.

Dat is de teneur van het boek “Why software sucks… And what you can do about it“, geschreven door een Harvard-docent in de computerwetenschap.

Softwareprogramma’s die onduidelijke vragen stellen en de gebruiker voortdurend met nietszeggende waarschuwingsvensters belagen; niemand ontkomt eraan. En dat terwijl het onnodig is, stelt David Platt in zijn boek. Wie Word afsluit, moet niet de vraag krijgen of hij zijn document wil bewaren, maar of hij weg wil gooien wat hij net heeft gedaan.

De vele venstertjes die met een klik op de ‘oké’-knop moeten worden gesloten, zijn ook een programmeursziekte, vindt hij. Je auto vraagt toch ook niet of je hem wilt starten als je de sleutel in het contact draait? Omdat niemand meer echt let op wat er in die vensters staat, gaan boodschappen die wel belangrijk zijn verloren.

Your User Is Not You, houdt Platt de programmeurs voor. Controle is niet belangrijker dan bruikbaarheid, maar dat ontgaat de meeste programmeurs. Platt ziet een bevestiging van de programmeurspreoccupatie in het feit dat de meeste programmeurs in de VS een handgeschakelde auto willen, terwijl 85 procent van de Amerikaanse auto’s een automatische versnelling heeft.

De door Reuters om een mening gevraagde David Thomas van de Software & Information Industry Association (SIIA) is het niet met Platt eens. Programma’s raken volgens hem overladen met mogelijkheden omdat ‘power users’ erom vragen en softwarebouwers daaraan toegeven.

Bron: Programmeurs denken te weinig als gebruikers

Be Sociable, Share!